De uitvinding van het geld door Alessandro Marzo Magno
Als uitvinders van het geld waren de Italianen meesters in het bankwezen. Ze leerden de rest van de wereld hoe toegang te krijgen tot kredieten en woeker te vermijden, hoe de staatsschuld te consolideren en hoe spaargeld te laten opbrengen. Al sinds de Middeleeuwen en de Moderne tijd gelden de bankiers als mecenassen van bekende kunstenaars. Veel begrippen uit de moderne financiële wereld stammen nog af van die periode zoals de termen cheque, endossement, niet gedekt en dubbele boekhouding. Deze laatste term is een uitvinding van een genie in wiskunde en terzelfdertijd vriend van Leonardo da Vinci, een zekere Luca Pacioli. Ligurië, Toscane en de Veneto vormden een gouden driehoek met daarin belangrijke steden als Genua, Firenze, Lucca, Siena en Venetië. Het systeem wird geëxporteerd over de Alpen heen en veranderde enkel van taal: Duits, Nederlands en later ook Engels. Het waren opnieuw de Italianen die de enorme schatten beheerden die in de Nieuwe Wereld waren buit gemaakt.
Belangrijke straatnamen en gebouwen getuigen nog van het belang van weleer van de Italianen: Lombard Street in Londen, rue des Lombards in Parijs, Lombardenvest in Antwerpen, het Huis van de Genuezen (Beursgebouw) in Brugge.Met de tussenkomst van de autor Alessandro Marzo Magno en voorstelling door de directrice van het IIC, Federiga Bindi.Reserveren verplicht >>> Istituto Italiano di CulturaLivornostraat, 381000 BrusselWoensdag 5 juni 2013, 18u30Gratis toegang